Het WKS-model voor het onderwijs

Tijdens hun schooltijd komen kinderen in aanraking met veel verschillende leraren, met ieder zijn of haar eigen normen en waarden. Niet zelden gaan ze de leraar toetsen, in plaats van dat de leraar het kind volgt in zijn of haar ontwikkeling.

Kinderen beschikken over een enorme veerkracht en creativiteit. Ze hebben zó veel mogelijkheden om samen te overleggen, elkaar te ondersteunen en oplossingen te vinden. Niet alleen voor hun directe omgeving, maar ook voor bredere maatschappelijke thema’s.

Hoe geef je als docent ruimte aan die kracht, zonder de klas te overvragen? Hoe sluit je aan bij de belevingswereld van het kind, zónder je verantwoordelijkheid te verliezen?

Het WKS-model binnen het onderwijs

Onderwijs en het WKS model: Ruimte voor ontwikkeling, naast kennis
In Nederland zijn kinderen tussen 5 en 16 jaar leerplichtig. Een groot deel van hun jeugd brengen ze dus door binnen het onderwijssysteem, waar kennisoverdracht centraal staat. Docenten ondersteunen leerlingen bij het opdoen van kennis en het ontwikkelen van vaardigheden. Hoe meer een kind leert en beheerst, hoe groter de kans op goede schoolresultaten en het bereiken van maatschappelijke doelen.

Maar kennis alleen is niet genoeg.
Door het WKS model te integreren in het onderwijs ontstaat er ruimte voor sociale en communicatieve vaardigheden - niet als een extra vak of verplicht trucje, maar als een manier van werken die aansluit op de belevingswereld van het kind.

Kinderen leren zich beter staande te houden in moeilijke situaties en ontwikkelen vaardigheden die net zo belangrijk zijn als rekenen of taal. Denk aan samenwerken, verantwoordelijkheid nemen, problemen oplossen, en elkaar ondersteunen.

Het WKS model biedt leerkrachten praktische handvatten om enerzijds de regie in de klas te houden, en anderzijds het ontwikkelingsproces van ieder kind centraal te stellen — zowel op didactisch als op sociaal vlak. De leraar of mentor vervult hierin de rol van zaakwaarnemer: hij of zij volgt het proces van het kind/de kinderen, bespreekt oplossingen en verkleint verantwoordelijkheden als iets niet goed gaat.

Daarnaast is er de procesbegeleider: een collega-leerkracht die niet direct betrokken is bij het probleem, maar wel actief bijdraagt aan de communicatie tussen leerkracht en leerling(en), en tussen de leerlingen onderling. Zo ontstaat er een ondersteunend systeem dat werkt in én voor de klas.

Wilt u meer weten? Kijk dan bij het trainingsaanbod of neemt contact met ons op!

〰️

Wilt u meer weten? Kijk dan bij het trainingsaanbod of neemt contact met ons op! 〰️